(<Gr.-Lat.), v. (-n),
1. naam van de godinnen van kunst en wetenschap bij de oude Grieken, de negen dochters van Zeus en Mnemosyne: de Muze der historie; de Muze der toonkunst;
2. (fig.) (mv.) schone kunsten en wetenschappen, inz. de dichtkunst: de Muzen vereren; zich aan de Muzen wijden;
3. dichterlijke inspiratie, de dichterlijke voortbrengselen: de Muze van. Hooft van wie ik zou willen getuigen: zij zag wat dartelr maar zij was niet onbeschaamd.