Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Mlcha

betekenis & definitie

1. persoon uit Efraïm, die een afgodsbeeld heeft. Door Danieten wordt het beeld geroofd en opgericht in Lais (Dan) in K.-Palestina (Richt. 17 : 1);

2. Micha, de zoon van Jimla, een profeet die koning Achab, voordat deze optrekt tegen de Syriërs, ongunstige tijding brengt (1 Kon. 22 : 8); — 3. Micha, de Moraschtiet, profeet uit de achtste eeuw, tijdgenoot van Jesaja, naar wie het elfde boek der profeten heet.

< >