bn. (-er, -st),
1. vervuld van —; met mist, nevelig : mistig weer ; een mistige dag ; het was van morgen zo mistig, dat de boot niet kon varen;
2. heiig, wazig, onhelder (door de grote afstand);
3. (fig.) onhelder: donkere en mistige gedachten.
Gepubliceerd op 01-01-2021
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: