Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Minzaam

betekenis & definitie

bn. bw. (...zamer, -st),

1. beminnelijk, vriendelijk in de omgang, innemend: iem. minzaam ontvangen, bejegenen;
2. (in ’t bijz.) welwillend tgov. iem. van lagere rang : de vorst onderhield zich minzaam met de aanwezigen ; — thans veelal iron.

< >