Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Mare(n)tak

betekenis & definitie

m. (-ken), kale, altijdgroene struik, woekerend op de stammen en takken van verschillende bomen en heesters, inz. op appel- en perebomen ( Viscum album); ook vogellijm en (met de Eng. ben.) mistletoe geheten: marentakken worden met Kerstmis als versiering gebezigd.

< >