(<Lat.),o. (...daten),
1. lastbrief, volmacht; opdracht krachtens welke men een functie vervult: het mandaat van een lid der Tweede Kamer;
2. (R.-K.) pauselijke verordening;
3. bevelschrift: mandaat van (of tot) betaling; — (Zuidn. rechtst.): een mandaat tot aanhouding;
4. (staatk.) toezicht, in ’t bijz. dat vanwege de Volkenbond.