Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Maliën

betekenis & definitie

(maliede, heeft gemalied), (jag.) door de ringetjes van een fret een draad rijgen en daarmee de bek van het dier toebinden.

MALIËN, II. (maliede, heeft gemalied), (hist.) in de maliebaan spelen: in de bloeitijd der Republiek was het maliën algemeen.

< >