Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Luwen

betekenis & definitie

(luwde, heeft en is geluwd),

I. onoverg.
1. stiller worden, minder winderig zijn;
2. (fig.) bedaren, kalmer worden: de geestdrijt is geluwd;

II. overg.,

1. beschutting geven (tegen de wind);
2. (fig.) tot bedaren brengen : dat is met geen argumenten te luwen.

< >