Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Losheid

betekenis & definitie

v.,

1. toestand van los te zijn: de losheid van een weefsel;
2. veranderlijkheid: de losheid van het weer;
3. ongedwongenheid, losse zwier: hij doet alles met een zekere losheid, die dadelijk voor hem inneemt;
4. onbedachtzaamheid, losbandigheid: hij is van de losheid zijner jeugd teruggekomen; — concr. (...heden).

< >