Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Leegte

betekenis & definitie

I. LEEGTE

v., het niet-gevuld-zijn, niet-vol zijn: hij liet een grote leegte achter, men miste hem erg ; — een grote leegte in het lenen gevoelen, een grote onvoldaanheid ; — inhoudsloosheid : de totale leegte van dit begrip.

II. LEEGTE,

v. (-n), (gew. en Zuidn.) laagte.

< >