Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Leb

betekenis & definitie

I. LEB

v. (-ben), LEBBE, v. (-n),
1. vierde maag der herkauwende dieren, lebmaag;
2. (in ’t bijz.) deze maag van een kalf, een stuk of aftreksel er van, als middel om melk te stremmen, stremsel;
3. inhoud der lebmaag.

II. LEB

v., slappe buikzijde van een vis (nadat het ingewand er uit is genomen).

III. LEB

m., (gew.) hooileb.

< >