v. (-ben), KUBBE, v. (-n),
1. korte, van tenen gevlochten of van garen gebreide visfuik zonder vleugels, van achteren met een soort van stop gesloten;
2. achterste (los of vast) gedeelte van een fuik;
3. (gew.) tenen mand waarin vis voorlopig wordt bewaard.
KUBJE, KUBBETJE, o. (-s).