I.o. (-s), een stukje krijt; — (spr.) dat mag wel met een krijtje aan de balk, dat is iets heel bijzonders, dat moeten we onthouden.
II. o., mv. niet in gebr.,
1. (Zuidn.) omheining ;
2. afgeperkte ruimte waarbinnen een tweekamp of wedstrijd plaats vindt, strijdperk, thans alleen in vaste uitdr.: in het krijt treden, de strijd aanbinden; voor iem. in het krijt treden, als zijn verdediger optreden; — het krijt ruimen, de strijd opgeven; (ook) heengaan.