(krijste of krees, heeft gekrijst of gekresen),
1.op scherpe, schelle, doordringende wijze schreeuwen, een rauw geluid geven; ook van de stem zelf: met krijsende stem spreken; — op de genoemde wijze uitbrengen;
2. als ben. voor het van nature schelle geluid van sommige dieren : de papegaai, de valk krijst;
3. (Zuidn.) schreien, huilen;
4. (Zuidn.) knarsen: de deur krijst op haar hengsels.