Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Kramp

betekenis & definitie

v. (-en), ziekelijke, onwillekeurige samentrekking van een of meer spieren die korter of langer tijd duren (tonische kramp) of zich herhalen kan (klonische kramp), en soms met pijn gepaard gaat: kramp in de kuiten, in de voet hebben; krampen in de buik.

< >