Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Klotsen

betekenis & definitie

(klotste, heeft geMotst), het geluid „klots” doen horen ; inz. als naam voor het geluid dat vloeistoffen maken bij het golven en het botsen der golven tegen elkaar en tegen een wand of rand: de golven klotsten tegen het strand; — in het biljartspel gezegd van ballen die uit versch. richtingen komende tegen elkaar stoten : die ballen moesten wel klotsen.

< >