v. (-pen),
1. uitstekende of naar voren springende, meestal ook steile, harde rots, voornamelijk in zee en met betr. tot de zeevaart beschouwd: blinde (onzichtbare) klip; wakende (zichtbare) klip; het water is daar gevaarlijk door klippen en riffen;
2. (fig.) moeilijkheid, hinderpaal, gevaar, oorzaak van verderf: hij zal moeite hebben die klip te boven te komen of die klip te ontzeilen; op die klip is hij gestrand; tussen de klippen door zeilen, het gevaar, de moeilijkheden vermijden;
3. in de uitdr. tegen de (alle) klippen op of aan (gevolgd door een ww.), met alle macht, zo hard mogelijk en zonder zich om iets te bekommeren;
4. (bouwk.) gemetseld ondersteuningsstuk.