Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Klim

betekenis & definitie

I. m.,

1. de daad van klimmen: naar de derde verdieping is een hele klim;
2. steilte, verhouding tussen hoogte en basis van een helling;
3. richting in het patroon van een stof, waarbij de bloemen enz. haar natuurlijke stand hebben (tgov. val, wanneer zij ondersteboven staan);

II. v. en o., (gew.) klimop.

< >