Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Kleinsteeds

betekenis & definitie

bn. bw., eigen zijnde aan, het karakter dragend van een kleine stad of van haar bewoners; de breedheid van opvatting, de beschaving, de fijnere manieren van een grote stad missende, bekrompen: kleinsteedse gewoonten, begrippen; ik vind jullie kleinsteeds, eng van blik (Couperus).

< >