Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Kinds

betekenis & definitie

bn.,

1. van kind, van de kindertijd: in mijn kindse jaren, toen ik een kind was;
2. (als) van een kind (w. g.): kinds gevlei (Staring);
3. opnieuw een kind zijnde: kinds worden, door hoge ouderdom zwak van geest worden, het geheugen verliezen; een kindse grijsaard.

< >