Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Kermes

betekenis & definitie

(<Arab.), v. (-sen),

1. de vroeger als grondstof voor een verfstof (karmozijn) gebruikte schelpvormige bruinachtige lichamen der drachtige wijfjes van een aan de cochenille nauw verwante soort schildluis (Lecanium ilicis) ook scharlakenbessen, kermesbessen en purperkorrels geheten ;
2. minerale kermes, een verbinding van antimoniumoxyde en zwavelantimonium, weleer als artsenij (kartuizerpoeder) gebruikt.

< >