Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Kerkvader

betekenis & definitie

m. (-s, -en), ben. en titel van een aantal leraars en schrijvers der oude Christelijke Kerk, die na de Apostelen en Apostolische vaders (de onmiddellijke leerlingen der Apostelen), van de 2de tot in de 7de eeuw schreven en leerden en die in de R.-K. Kerk gezag hebben als tweede geloofsbron na de bijbel: de beroemdste Griekse kerkvaders zijn Athanasius en Chrysostomus ; de beroemdste Latijnse zijn Cyprianus, Ambrosius, Augustinus, Hiëronymus en Gregorius de Grote; — (meton.) geschriften van zo’n schrijver: Erasmus gaf verscheidene kerkvaders uit.

< >