m. (-s, ...beien), (bouwk.)
1. schoorbalkje dat dient om de verbinding van een horizontale balk met een stijl of spant te versterken en dat te dien einde met pen en gat of met tanden in die stijl en balk is gewerkt: rozen, gewonden om bint en karbeel, herschiepen ’t gewelf in een rozenprieel;
2. kraagsteen; balksleutel.