Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Kaartenhuis

betekenis & definitie

o. (...huizen),

1. een uit speelkaarten ’gemaakt gebouwtje: instorten als een kaartenhuis;
2. (fig.) iets dat op geen vaste grondslag rust, dat bij de minste schok instort of' dat geen stand kan houden: het kaartenhuisje van zijn geluk stortte in:
3. kaartenhut.

< >