o. (-s),
1. kleine, jonge juffer; thans hetzij als vriendelijke of meewarige, hetzij als ironische betiteling en dan zoveel als: dametje van twijfelachtig gehalte, of nufje;
2. (plantk.) juffertje-in-t-groen, boterbloemachtig sierplantje (Nigella damascena) met fijne groene blaadjes; ook de naam van zekere likeur;
3. ben. voor kleine soorten van waternimfen en libellen ;
4. angelustorentje op het kruispunt der daken van een kerk.