Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Jong, jongen

betekenis & definitie

o., verkorting van jongen: een aardig jong; een ondeugend jong; — inz. als vocatief: zeg, jong, kom eens hier; maar jong toch!ook als uitroep van verbazing, ontsteltenis, opgewondenheid: jong, wat hebben wij gelachen!; verg. het volg. art.

< >