Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Instrumenteren

betekenis & definitie

(instrumenteerde, heeft geïnstrumenteerd), (<Fr.),

1. het zetten van een muziekstuk voor de verschillende instrumenten van een orkest;
2. (recht.) akten opmaken: instrumenterende notaris, deurwaarder, die de akte opmaakt of heeft opgemaakt.

< >