Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Inschoppen

betekenis & definitie

(schopte in, heeft ingeschopt),

1. door schoppen breken: de deur inschoppen;
2. naar binnen schoppen: een bal de tuin inschoppen; een hond zijn hok inschoppen ;
3. (fig.) hij is er ingeschopt, in die betrekking, door brutaal gunstbetoon daar geplaatst.

< >