(roestte in, is ingeroest),
1. door de roest ingevreten worden : de kachel roest in ;
2. door roesten vastklemmen : de degen zat in de schede ingeroest;
3. (fig.) ingroeien, vastgroeien: dat krijgt ge er niet meer uit, dat zit er bij hem ingeroest; vgl. Ingeroest.