Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Inkomst

betekenis & definitie

v. (-en),

1. (hist.) intocht, binnenkomst: blijde inkomst, feestelijke intocht en ontvangst van een vorst in de hoofdstad of steden van zijn gebied, inz. bij zijn eerste bezoek aan het gewest; (overdr.) staatsstuk behelzende de voorrechten en vrijheden, welke bij die gelegenheid door de vorst bezworen of verleend werden;
2. (alleen mv.), wrat aan geld of geldswaarde ontvangen wordt: de inkomsten der vereniging bedragen 1586 gld.; inkomen, renten : zijn inkomsten zijn belangrijk gestegen. INKOMSTENBELASTING, v. (-en), belasting op het inkomen : gemeentelijke inkomstenbelasting ; rijksinkomstenbelasting.

< >