(jaagde of joeg in, heeft en is ingejaagd),
1.ergens in of naar binnen jagen, drijven : jaag de hond de tuin in ; — (fig.) iem. de dood injagen, hem willens en wetens aan de dood overleveren ;
2. jagende ingaan of -komen: zij joegen de Houtstraat in;
3. jagende inhalen : wij hadden de voorrijder spoedig ingejaagd ;
4. (fig.) uitstaande schulden door krachtige maatregelen innen.