1. in iets grijpen; (van tanden van raderen enz.) in (een ander werktuigdeel) vatten, pakken;
2. zich bemoeien met, met zijn gezag zich doen gelden, zich mengen in: in het particuliere leven der mensen ingrijpen ; ingrijpen in de verhouding tussen vraag en aanbod; — (van zaken) een krachtige, veelal storende uitwerking hebben, zich sterk doen gevoelen: dat grijpt diep in het maatschappelijk leven in; diep ingrijpende veranderingen, hervormingen ;
3. met gezag en kracht tussenbeide komen, een eind aan iets maken: autoriteiten moesten hier (in die misstanden) ingrijpen; — er zal moeten worden ingegrepen, men zal tot een operatie moeten overgaan.
Gepubliceerd op 01-01-2021
Ingrijpen
betekenis & definitie