bw.,
1. het ene in het andere, zodat er een verband of vermenging ontstaat, samen-;
2. dichter naar elkaar toe, zodat er een kleiner geheel ontstaat;
3. aan stukken, stuk-. Ineen vormt met verschillende werkw. scheidbare samenstellingen, die dan betekenen: door de -werking komen of brengen in de toestand door ineen uitgedrukt. Voor de vervoeging dier werkw. zie men bij de enkelvoudige. In de spreektaal gebruikt men .in N.-Nederl. niet ineen, maar in elkaar.