Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Huurkoop

betekenis & definitie

m., wijze van koop waarbij men, door een bepaalde tijd iets in huur te hebben, eigenaar er van wordt; wijl in de totale huursom de koopprijs begrepen is, terwijl bij nalatigheid het reeds betaalde alleen als huursom wordt beschouwd en dus generlei eigendomsrecht geeft: een piano in huurkoop nemen, geven.

< >