m., (gew.)
1. troep, boel: ik geef geen cent voor de hele hus;
2. kussen met zinkhorens, of met prikken, met sukenurie en wat water er over, scherts, antwoord op de nieuwsgierige vraag : wat eten we vandaag ? HUS JE, o., partijtje, zootje; boeltje: het hele hussie; troepje: een husje kinderen.