Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Homoloog

betekenis & definitie

(<Gr.), bn., overeenstemmend, gelijknamig ; — (wisk.) van lijnen, punten in verschill. figuren : in ligging overeenkomend; — (scheik.) homologe reeks, verbindingen die alleen verschillen in het aantal malen dat een bep. groep (inz. CH2) er in voorkomt.

< >