Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Hobo

betekenis & definitie

[de uitspraak ho'bo verdient geen aanbeveling] (<It.), v. (-’s), houten blaasinstrument in de vorm van een buis die aan het ene einde breder is dan het andere, met een rieten pijpje als mondstuk; de omvang loopt van b tot drie gestreepte g ; — benaming voor een orgelregister.

< >