Gr. Hie'roon,
1. Hiero I, broeder en opvolger van Gelo, tyran v. Syracuse (478—467), beroemd om zijn kunstliefde. Aeschylus en andere Gr. dichters leefden lange tijd aan zijn hof;
2. Hiero II, koning van Syracuse (269—215), beroemd om zijn wijs bestuur. In de oorlogen tussen de Romeinen en de Carthagers koos hij, aanvankelijk op de hand van Carthago, spoedig de zijde van de Romeinen, wier trouwe bondgenoot hij tot zijn dood toe bleef.