Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Hiero

betekenis & definitie

Gr. Hie'roon,

1. Hiero I, broeder en opvolger van Gelo, tyran v. Syracuse (478—467), beroemd om zijn kunstliefde. Aeschylus en andere Gr. dichters leefden lange tijd aan zijn hof;
2. Hiero II, koning van Syracuse (269—215), beroemd om zijn wijs bestuur. In de oorlogen tussen de Romeinen en de Carthagers koos hij, aanvankelijk op de hand van Carthago, spoedig de zijde van de Romeinen, wier trouwe bondgenoot hij tot zijn dood toe bleef.

< >