Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Helena

betekenis & definitie

Gr. Helè'nè, de boven alle vrouwen uit de Oudheid schoon geroemde dochter van Zeus of Tyndareüs en Leda, zuster van Gastor en Pollux (Dioscuren), gemalin van Menela'us, aan wie zij uit vele vrijers de voorkeur gegeven had. Als deze afwezig is, wordt zij door Paris geschaakt en naar Troje gevoerd, wat aanleiding gaf tot de Trojaanse oorlog.

Ha de dood van Paris huwt zij Deïphobus, een andere zoon van Priamus. Als Troje gevallen is, keert zij met Menela'us naar Sparta terug. Zo bij Homerus. Bij Stesichorus en Euripides echter ontvoert Paris in plaats van Helena een volkomen op haar gelijkend ,,eido'lon” (schijnbeeld), zij zelf wordt naar Egypte verplaatst waar Menela'us haar na de verovering van Troje terugvindt bij Proteus.

< >