v., het helder-zijn :
1. heldere klank: een stem vol helderheid;
2. glans, klaarheid; — lichtsterkte : de helderheid van een ster ; de meerdere of mindere helderheid van een vlam;
3. onbewolktheid : maanden van de minste helderheid of der meeste bewolking;
4. zindelijkheid : er heerst netheid en helderheid;
5. duidelijkheid : welk een helderheid van denkbeelden ; — helderheid van geest.