Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Hartbloed

betekenis & definitie

o., bloed in, van of uit het hart; (fig.) levensvocht, het onmisbaarste, dierbaarste dat men heeft: zijn hartebloed geven; dat kost hartebloed, veroorzaakt grievende smart;

(Zuidn.) iem. zijn hartebloed aftappen, hem van het beste beroven.

< >