bn. (-er, -st),
1. met haren bezet, ruig: harige handen; harige rupsen; een harige bloem;
2. draderig: harige peen, knollen.
Gepubliceerd op 01-01-2021
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: