Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Halt

betekenis & definitie

I. tw., als commando: blijf(t) staan 1 houdt stil! in vrijer gebruik : niet verder ! houd op !

II. zn.,

1. o., de kreet halt;
2. v. (halten), staking van het voortgaan; inz. van soldaten op mars : halt houden, halt maken, onderweg ophouden, rust nemen, verpozen; — onderbreking van de reis, pleistering; — pleisterplaats.

< >