Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Griend

betekenis & definitie

v. (-en),

1. in of aan het water gelegen (oorspr. een zandige of kiezelachtige) strook gronds, waard; in ’t bijz. zulk een waard waarop rijshout geteeld wordt: de grienden langs de Hollandse IJsel;
2. bos van rijshout: de zogenaamde grienden of wilgentakbossen ;
3. rijshout: een schuit met griend; griend, kope.

< >