Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Graveren

betekenis & definitie

(graveerde, heeft gegraveerd),

1. (in ’t alg.) in hout, steen, metaal enz. tekenen, figuren griffen, snijden of steken: iets in marmer graveren ; een wapen graveren, in metaal of steen uitsnijden voor een cachet of zegelring ; — een munt graveren, de stempel voor de matrijs daarvan vervaardigen;
2. (in ’t bijz.) met een scherpe stift (graveernaald) tekeningen in houten blokken of metalen platen insnijden, om daarvan vervolgens afdrukken te maken: op hout, in koper graveren ; — ook als zn. o., de kunst van graveren.

< >