Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Grand(e)

betekenis & definitie

ook GRANT, GRANJE, GRAM, v.,

1.(gew.) wat men rechtmatig te vorderen heeft, het iemand toekomende deel: hij komt iedere week zijn grande ophalen, zijn pensioentje;
2. (gew.) zijn grande halen, de lust om zich te wreken bevredigen, zijn moed koelen : ik zou aan jou wel mijn grande willen ophalen ; hij kan zijn grande niet halen, krijgen, hij is vol machteloze woede.

< >