Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Gouverneur

betekenis & definitie

(<Fr.), m. (-s),

1. bestuurder, landvoogd ;
2. militair opperbevelhebber in een stad of vesting ;
3. titel van de vertegenwoordiger des Konings in een provincie, aldus nog in België ; in Nederland sedert 1848 officieel vervangen door Commissaris des Konings;
4. titel van het hoofd van gewestelijk bestuur in een gouvernement in de Oost en van het hoofd van bestuur in Suriname en op Curaçao; — (ook) verkorting van de titel GouverneurGeneraal:
5. m. betr. tot het buitenland, b.v. titel van het hoofd v. d. uitvoerende macht in de Staten van de Verenigde Staten v. N.-Amerika;
6.persoon die door een particulier belast is met de opvoeding en het onderwijs van zijn kinderen : de jonkers gingen met hun gouverneur op reis ;
7.(stoomw.) inrichting om de stoomtoevoer van een machine zo te regelen, dat deze een eenparige snelheid behoudt, centrifugaal-regulator.

< >