Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Giganten

betekenis & definitie

Gr. Gi'gantes, reuzen, zonen van Gae'a, die dadelijk na hun geboorte de Olympische góden bestreden, waartoe zij de Pe'lion op de Ossa stapelden om de Olympus te bestormen en zo aan de hemel te kunnen reiken, doch door de goden met behulp van Heracles overwonnen werden en over de hele aarde onder de vulkanen begraven. Bij Homerus zijn de Giganten een aan de goden verwant volk, dat om zijn boosheid door Zeus wordt verdelgd.

< >