Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Eros

betekenis & definitie

Gr. E'roos, god van liefde (nog niet bij Homerus), soms eerste der goden genoemd, soms zoon van Uranus en Gaea, meestal van Ares en Aphrodite, voorgesteld als schone knaap, later als gevleugeld kind met pijl en boog en fakkel. Zie ook Psyche. Plato gaf diepzinnige bespiegelinge over hem in zijn Symposion (gastmaal) en stelt hem voor als zoon van Penia (armoede) en Poros (overvloed).

Bij de Romeinen Amor of Cupido genoemd.

< >