Definities van Groot woordenboek der Nederlandse taal in de Ensie R
- Renovatie
- Renoveren
- Renpaal
- Renpaard
- Renperk
- Rensdak
- Renseignement
- Renspeer
- Rensport
- Renstal
- Renstier
- Rentabiliteit
- Rentambt
- Rente
- Rente-arbitrage
- Rentebank
- Rentebedrag
- Renteberekening
- Rentebesparing
- Rentebetaling
- Rentebewijs
- Rentebijschrijving
- Rentebrief
- Rentecijfer
- Renteclausule
- Rentedag
- Rentederving
- Rentegevend
- Renteheffer
- Rentekaart
- Rentekoop
- Renteloos
- Rentemarge
- Renten
- Rentenier
- Rentenieren
- Renteniersleventje
- Rentenummer
- Renteopbrengst
- Rentepercentage
- Renteproduct
- Renteschuld
- Rentestandaard
- Rentetarief
- Rentetheorie
- Rentetitel
- Rentetrekker
- Rentetype
- Renteverbod
- Renteverhoging
- Renteverlaging
- Renteverlies
- Renteverschil
- Renteverzekering
- Rentevoet
- Rentezegel
- Rentjong
- Rentjongschrift
- Rentmeester
- Rentmeesterambt
- Rentmeesterschap
- Rentre en toi-même, octave, et cesse de te plaindre
- Renumeratie
- Renunciatie
- Renunciatieclausule
- Renunciëren
- Renversaal
- Renvogel
- Renvooi
- Renvooicijfer
- Renvooiletter
- Renvooiproces
- Renvooiteken
- Renvoyeren
- Renwagen
- Reo negante actori incumbit probatio
- Reorganisatie
- Reorganiseren
- Rep
- Reparabel
- Reparateur
- Reparatie
- Reparatiedoosje
- Reparatieinrichting
- Reparatiekosten
- Reparatiewerk
- Reparatiewerkplaats
- Reparatuur
- Repareren
- Reparteren
- Repartie
- Repartitie
- Repasseren
- Repatriëren
- Repatriëring
- Repatriëringsschip
- Repel
- Repelaar
- Repelaarster
- Repelbank